We waren in september al eens komen checken hoe de Chinese ouderlijke woning eruitzag. Nu kregen Leni en ik de kans om ze in real life te testen. Ze ligt op een kwartier autorijden van het stadscentrum en in een kleinschalige en gloednieuwe vastgoedontwikkeling die luistert naar de ronkende naam 'Ronchamps Villa'. De verwijzing naar modernisme-maestro Le Corbusier en zijn kapel van Ronchamp is niet toevallig. De bouwstijl is -naar Chinese normen- zeer hedendaags. Hoewel ik geen verdediger van gated communities ben, is het er zonder twijfel aangenaam en mooi wonen. De huidige situatie is nog het best te vergelijken met Wysteria Lane uit Desperate Housewives. Alle huizen staan er piccobello en nagelnieuw bij, de overvloedige beplanting, meanderende paadjes en fonteinen zijn aangelegd, de security staat op post en salueert, de bewakingscamera's zijn geïnstalleerd en de straatveegster keert dag in dag uit de afgevallen bladeren bijeen. Het surrealistische is dat er nog niemand woont buiten mama en papa. Of liever woonde, want afgelopen bracht de luidruchtige intrede van de onderburen. Het valt af te wachten in welke mate het decor van de buurt tot leven komt, of leeg blijft door eigenaars die enkel gekocht hebben om op een waardestijging te speculeren. Ik zou er graag bijzijn wanneer mama, Bree-like en gewapend met Belgische chocolaatjes, het ontvangstcomité speelt voor de onderburen. Volgt er een verslag, mama?
De afgelopen dagen zijn we twee keer op Ginko Lake gaan golfen. Dat ligt op een halfuurtje rijden van thuis, in een prachtige setting van beboste valleitjes. Het lijkt een stukje paradijs op aarde met overal bloemen, helgroene en ongeschonden fairways en veel waterhindernissen (met dito aantrekkingskracht). Als ondersteuning kregen we een klein contingent caddies mee, drie rode en een blauwe. De roden zijn de 'echte', de blauwe was in opleiding. En het was eraan te merken dat ze nog niet volleerd was. Buggies waren verplicht en (helaas) niet zelf te besturen, dus Leni en mama op de achterbank van de ene, papa en mezelf op de andere. Ons lieve blauwe kind had nog wat moeite met anticiperend remmen en slaagde erin ons in de achterkant van de buggy van de dames te boren. 'Boren' is wat overdreven gesteld, want de enige schade was een flinke portie schaamte bij de chauffeur (en waarschijnlijk een negatieve beoordeling achteraf). Uniek is dat voorval niet. De tweede keer bereidde onze colonne zich uit met een derde buggy, die van onze supportersclub. Oma en opa hebben gevoeld dat er bij hen ook een blauwe achter het stuur zat; de damesbuddy werd werderom geramd. Het is even hard verschieten, maar gelukkig ook deze keer geen blijvende slachtoffers. Het familiale spel komt op niveau: in plaats van drie zakjes ballen per ronde, verbruiken we er nu nog maar met moeite eentje.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Dat buggiegeram moet toch wel een van de meer memorabele momenten in China opgeleverd hebben, nee? :-) Ik zou enkele minuten geen zinnig woord kunnen uitbrengen hebben, denk'k
Een reactie posten