Voor de noodlottige aardbevingen en daaropvolgende miserie, was Sichuan vooral bekend om zijn hotpot. Het is een soort Chinese fondue, waarbij een assortiment etenswaren naar keuze rauw in een gepeperde mix van soep en olie wordt gesmeten en er gaar terug uitgevist. Het is een lekkere klassieker en ik heb er al uitgebreid ervaring mee opgedaan. Gisteren was toch weer anders. Zoals altijd begon de maaltijd met een heet handdoekje om het stedelijk stof weg te werken, het prepareren van de sausjes en de hete vloeistof, gevolgd door een groentenbouilloneke en de aanvoer van alle ingredienten. Daarna volgde de gewenningsfase, zoiets als de omgekeerde sensatie van u centimeter voor centimeter in een veel te koud zwembad laten zakken. Een stukje lamsvlees, druipend van de rode olie, dat door je slokdarm wegzakt en een spoor van irritatie trekt zodat je spontaan de hik krijgt van pikantheid. Die duurt een tweetal pijnlijke minuten, waarna je zo verdoofd bent dat de rest van het eten vlot binnen schuift. Gisteren was dat buiten een onnozel stukje sla gerekend: opeens had ik last van een immense hitteontwikkeling, uitbrekend zweet, uitlopende lippen en tranen in mijn ogen plus een vuurspuwend gevoel bij het uitademen. Juist op die moment belden mama en papa. Ik was ter plaatse aan het sterven, zij vertelden laconiek dat ik niet flauw moest doen. Hallooo. Daarna smaakte alles maar flets.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten